Wat moet ik doen als ik een ondergrondse rest afval container (ORAC) ga plaatsen?
De minimale afstand tussen de container en de kabels en leidingen van Liander is 2 meter. Bij een kortere afstand tussen 0.5 meter (vanuit de mal gemeten) en 2 meter moet er altijd overleg zijn tussen de grondroerder en/of opdrachtgever en Liander. Om graafschade te voorkomen dienen in ieder geval de volgende voorzorgsmaatregelen genomen te worden:
- Voorafgaand aan de werkzaamheden (CROW 500 - ontwerpfase) dient de feitelijke ligging van de aanwezige kabels en/of leidingen bepaald te worden nabij de te plaatsen ORAC.
- Bepaal of er verbindingen zijn in de gasleiding door deze over de lengte vrij te graven. Leg de situatie vast met foto’s. In het geval van de aanwezigheid hiervan dienen extra voorzorgsmaatregelen getroffen te worden.
- Kabels en/of leidingen:
o Mogen nooit door de grondroerder verlegd worden.
o Kunnen buiten bedrijf gesteld worden tijdens werkzaamheden. Dit ruim voorafgaand aan de plaatsing aangevraagd worden.
o Kunnen (tijdelijk) omgelegd worden. Houd er rekening mee dat het voorbereiden hiervan tijd kost, mede afhankelijk van de vergunningstermijn en capaciteit. Het omleggen wordt altijd in rekening gebracht bij de aanvrager.
- Neem bij brosse leidingen extra veiligheidsmaatregelen, zie ook ‘Wat moet ik doen bij brosse leidingen’.
- Graaf bij het plaatsen van de mal een gat ter grootte van de mal met een diepte van +/- 90 cm onder het maaiveld. Drijf hierna de mal de grond in door aan weerszijden met de mal druk uit te oefenen. Doe dit op de zijden waar (binnen twee meter) geen kabels of leidingen aanwezig zijn.
- Houd bij de inzet van zware machines rekening met de belasting van de bovengrond als daar kabels en/of leidingen lopen. Scherm de bodem af met rijplaten of draglineschotten.